Het heidelandschap is een halfnatuurlijk landschap, een fase, overgang, naar het oorspronkelijk zomergroen loofwoud.
Het krampachtig behouden van het heidelandschap is eigenlijk een beetje vechten tegen de spreekwoordelijke bierkaai. Het blijkt daarenboven ook nog een kostelijke en arbeidsintensieve job te zijn.
Wat is heide eigenlijk?
Heide koloniseert kale zandgronden. Dankzij de symbiose met een schimmel is het een van de eerste plantjes die op zandgronden voet aan de grond weet te krijgen. De wortels verhinderen het verder verschuiven van de landduinen van los zand. Dankzij de schimmel verrijkt heide dus de arme zandbodem, die daardoor geschikt wordt voor andere planten om te groeien. De berk met z’n ultralichte pollen is vaak één van de eerste pioniers. Jeugdbewegingen konden een centje bijverdienen door aan natuurbehoud te doen.
Opdringerige grassen kunnen worden afgeplagd of door begrazing met oa schapen onder controle gehouden. Want grassen hebben de kracht om dankzij zodevorming arme gronden om te zetten in humusrijke grond. En dat geeft dan weer een extra duwtje in de rug van evolutie naar een zomergroen loofwoud.
Ter info:
Plaggen de enige effectieve maatregel tegen vergrassing. Vooral in natte heidegebieden is dit nodig. Het zijn belangrijke reservaten voor klokjesgentiaan, dopheide en beenbreek. Als vergrassing niet wordt tegengegaan, verdwijnen ze.
Mijn vraag luidt:”Hoevéél heide moeten we zo ‘bewaren’?” Moet het emotionele de overhand nemen? Heide is een onnatuurlijk landschap, een onderdeel van een landbouweconomie die al meer dan een eeuw tot het verleden behoort. De enige natuurlijke heide die er nog is, is de heide die voortdurend in een bepaald stadium van duinontwikkeling in de kalkarme duinen. Vergrassing is daar een minder groot probleem.
Een paarse vlakte van struikhei is alleen goed voor het toerisme, want zulke heidevelden bieden maar betrekkelijk weinig planten en dieren leefmogelijkheden. Vochtige heidevelden met dopheide wel, maar die hebben een veel kleiner oppervlakte nodig.
Hamvraag om die vorige vraag te stellen is of bossen capteren méér water en CO2 dan heidelandschappen. Dus zou het staken van alle inspanningen een dubbele winst opleveren.
..Maar omtrent dit punt is er natuurlijk een ander mechanisme actief dat we niet over het hoofd mogen zien:” infiltratie”. Een aandachtig lezer gaf me aan dat de universiteit van Antwerpen in een studie aantoont dat de infiltratiecapaciteit zelfs beter dan deze van een loofbos. Als dit zo is dan is een mix, zoals hieronder aangegeven idealiter te overwegen.
Als je echt[er] niets doet en runderen ( of godsamme paarden ) laat grazen, ontstaat een natuurlijk boslandschap met open plekken, waar de paarse struikhei nog zeker zal voorkomen, zij het niet meer als één onafzienbare grote vlakte. Het zal wel een stuk natuur zijn dat aantrekkelijk is voor recreanten en bijzonder veel planten en dieren kan huisvesten. Ook die soorten die nu op de heide voorkomen, zullen er hun eigen plaats vinden.
Het laten verkommeren van de uitgestrekte heide levert meerdere voordelen op.
Lees ook in deze context: naaldwoud weg uit de Kempen!
fotocredits: eyo_clicks te volgen op facebook
2 gedachtes over “Laat de heide aan haar lot over…”