Waarom ik gebeten ben door het verhaal van Lignaverda?
Zij bouwen aan een wereld waarin mensen, getroffen door de oprukkende woestijnvorming, toch kunnen gedijen. Dit door een continu evenwicht tussen economie, ecologie én sociologie trachten te onderhouden. Dit doel wordt bereikt door Afrikaanse semi-aride gebieden te bestrijden via herbebossingsinitiatieven. (LPD17)
Lignaverda is noch een klassieke milieuorganisatie, noch een klassieke ontwikkelingsorganisatie. Door het creëren van agrobossen benaderen zij ontwikkelingssamenwerking via ondernemerschap en dit op een sociaal en ecologisch verantwoorde manier! (LPD16)
Bossen met een variëteit aan bomen, deels met cashcrops zijn voor hen het middel om welvaartsoverdracht te bewerkstelligen. Agrobossen verbeteren de biodiversiteit en de waterhuishouding, vangen CO2 op en stoppen de woestijnvorming door de bodem weer vruchtbaar te maken.
Dankzij bossen is er geen honger meer, stijgt het inkomen per hoofd van de bevolking, kunnen kinderen naar school en zijn vrouwen financieel onafhankelijker. Door de nieuwe kansen die Lignaverda zo creëert, keren mensen zelfs terug ( diaspora ) naar hun dorpen en voorkomen we migratie. (LPD02 en LPD16)
In de Sahel bestaat de samenleving voornamelijk uit dorpen die aan landbouw doen. Door de huidige droogte, overbegrazing en het kappen van de weinige resterende bomen wordt de woestijnvorming nog versneld. Er ontstaan conflicten wanneer het vee op de akkers of in de tuinen van de boeren foerageert. Om tot een duurzame oplossing te komen, heeft Lignaverda een uitgekiend concept ontwikkeld. (LPD02 en LPD14)
In Burkina Faso ontwikkelde de CEO succesvol een decennium agrobossen. Lokale organisaties zetten de groei en ontwikkeling verder voort. Sinds 2018 opereert Lignaverda in Senegal en heel onlangs werd de eerste spade in de grond gezet op het zuidelijk halfrond. Telkens dezelfde methodologie, licht aangepast voor de lokale situatie uiteraard. (LPD06)
De aanpak is sterk afhankelijk van de lokale bevolking. De bossen worden immers hun eigendom. Daarom de lokale gemeenschap rechtstreeks benaderd, om corruptie op hogere niveaus te vermijden. We werken bovendien uitsluitend in de gebieden van die gemeenschap en betrekken de mensen bij elk onderdeel van het project. De betrokkenheid en educatie zijn erg belangrijk om alle dorpelingen te informeren over de waarde van hun bos. Vormingen worden gegeven, zodat iedereen weet hoe het te beheren en onderhouden.
De duurzaamheid van de ontwikkelde bossen wordt door het principe van valorisatie bestendigd. Ieder perceel wordt ontwikkeld als een hefboom voor de dorpen om hun levensstandaard te verhogen, dankzij de hoger vernoemde cashcrops, zoals de gomboom of balanites. (LPD15)
Het project maakt deel uit van de realisatie van de Great Green Wall in Afrika (greatgreenwall.org), waarvoor Lignaverda een protocolovereenkomst heeft gesloten met het ‘Agence Nationale de la Grande Muraille Verte’ (ASERGMV). Op het terrein werkt OZG samen met de ‘Service des Eaux et Forets’ en met ‘les Jardins d’Afrique’. (LPD23)
De Grote Groene Muur is een Afrikaans initiatief met de ambitie om een 8.000 km lang wereldnatuurwonder over de hele breedte van Afrika te laten groeien, om het leven te veranderen van miljoenen mensen die nu aan de frontlinie van de klimaatverandering leven. Momenteel zijn 20 Afrikaanse landen bij de Grote Groene Muur betrokken, gesteund door een ontluikende wereldwijde beweging, met een brede waaier van internationale partners. Het VN-Verdrag ter bestrijding van woestijnvorming (UNCCD) is een belangrijke partner bij het initiatief. Eenmaal voltooid, zal de Grote Groene Muur de grootste levende structuur op aarde zijn, drie keer zo groot als het Great Barrier Reef. (LPD19)
De Grote Groene Muur levert een essentiële bijdrage aan de ‘Sustainable Development Goals’ (SDG’s) van de VN – een wereldwijde agenda die streeft naar een rechtvaardigere en duurzamere wereld in 2030. (LPD16)
Sinds de Afrikaanse Unie in 2007 de eerste aanzet gaf tot de Grote Groene Muur, heeft het initiatief veel voeten in de aarde gehad. Onderzoek door ecologen, economen en sociale wetenschappers heeft de afgelopen jaren aangetoond dat veel bosbouwprojecten over de hele wereld zijn mislukt, omdat fundamentele sociale en ecologische vraagstukken niet adequaat werden aangepakt. (LPD18)
Daarom is het planten van bomen niet het doel op zich. Ze zijn het middel om de sociale, economische en ecologische effecten te realiseren, om landdegradatie en woestijnvorming tegen te gaan. (LPD19 !)
Net om van deze laatste paragraaf is het me om te doen! Het vlindereffect van een boompje in de Sahel als invulling van LPD19, het meest intense doel van het leerplan aardrijkskunde 2de graad!
Tweet
Enkele feiten:
- In Burkina Faso werd 10.000 ha bos aangelegd.
- Elke ha vangt 3,34 ton CO2 per jaar op.
- Met een concessie van 20 jaar betekent dit 668.000 ton gevangen CO2.
- In Senegal is het doel 20.000 ha aan te leggen.
- De Grote Groene Muur beslaat in totaal zo’n 80 miljoen ha en het is de bedoeling dat hij in 2030 helemaal af is.
- Gemiddeld kost de aanleg van 1 ha 600 euro, wat de totale kosten van dit project op 48 miljard euro brengt.
- Onze school heeft in 2019 een kleine 50 ha agrobos op haar conto mogen schrijven. Via een uniek certreeficaat, geesteskind van ondergetekende, voelen de houders ervan zich betrokken bij hun boom/bomen.
Tekst gekregen van Lignaverda zelf, aangevuld met de leerplandoelen,
Verder integraal gepost door deze enthousiaste vrijwilliger.